Informatie
Het eiland Sardinië bij Italië is een unieke vakantie bestemming met idyllische stranden, intieme baaien en het blauwste zeewater van heel Europa. Maar u vindt er ook prachtige landschappen en historische plaatsjes. De kustlijn van Sardinië is 1850 kilometer lang.
Het binnenland wordt gekenmerkt door laaggebergte en heuvelachtig grasland bedekt met wilde tijm, rozemarijn, dwergeiken en cactusvijgen. Door de eeuwen heen is het eiland in handen geweest van vele zeevarende volkeren. Sardinië heeft daardoor een eigen cultuur en keuken. Het is een mengeling van Italiaanse, Spaanse, Noord-Afrikaanse en Oosterse invloeden.
Naast de prachtige dorpen, steden, kustplaatsen en stranden heeft Sardinië nóg meer bezienswaardigheden.
Op de 110 meter hoge kalksteenklip van Capo Caccia liggen de druipsteengrotten Grotta di Nettuno, één meter boven zeeniveau. De grotten zijn alleen bij rustige zee te bezichtigen en zijn bereikbaar per boot of via de steile trap langs de klif.
De prachtig, ongerepte landtong Sinis in de Golf van Orosei wordt omgeven door zoutmeren. De zoutmeren zijn geliefd bij o.a. flamingo’s! Aan de rand van het schiereiland staan enkele oude vissershuisjes van riet en hout.
De Coddu Vecchiu is één van de meest complete reuzengraven uit de prehistorie. In elke graftombe was plaats voor meerdere graven. Daarom worden ze reuzengraven, Tombe dei Giganti, genoemd.
Typische Sardinische streekgerechten zijn ‘porceddu’: big aan het spit en ‘pane carasau’: knapperig, dun brood met een beetje olijfolie.
De taal die er wordt gesproken, het Sardisch, wordt beschouwd als een Italiaanse taal, maar is voor Italianen van het vasteland onverstaanbaar.
Ook de ‘Nuraghi’ uit de bronstijd zijn kenmerkend voor Sardinië: kegelvormige torens (in alle soorten en maten) gemaakt van grote, opgestapelde blokken steen die zonder cement zijn geconstrueerd.